Bij arrest van 10 januari 2013 (LJN: BY8163) is het Hof te Leeuwarden teruggekomen op de jurisprudentie ten aanzien van de toepassing van de cautie in WAHV-zaken.
Het Hof stelt onomwonden vast dat op grond van artikel 6 EVRM het zwijgrecht en de daarop gebaseerde cautie ook van toepassing zijn op WAHV-zaken.
Daaruit volgt dat voortaan in alle WAHV-zaken waarbij sprake is van een staandehouding , de cautie moet worden gegeven. Het enkele feit dat de cautie niet is verleend, leidt in beginsel niet tot vernietiging van de sanctie.
Dit heeft enkel tot gevolg dat de verklaring niet mag worden betrokken bij de beoordeling of de gedraging is komen vast te staan. De ambtsedige verklaring van de verbalisant biedt in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging.
Gelet op het bovenstaande moet in toekomstige WAHV-zaken waarbij een staandehouding plaats heeft door de verbalisanten de cautie worden gegeven.
Op de combibon dient tweemaal te worden aangegeven dat de cautie is gegeven:
- op de voorzijde; op de plaats waar normaal ook wordt aangegeven dat de cautie j/n gegeven is voor strafzaken.
- Bij “Opmerkingen verbalisant“. Hier kunt u het nummer “990” ingeven. Dit heeft tot gevolg dat de volgende zin in de zaak wordt opgenomen: “Naar aanleiding van het arrest van 10 januari 2013 (LJN: BY8163) van het Hof te Leeuwarden is in deze WAHV-zaak aan betrokkene de cautie gegeven”.
- In de ‘Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven en overtredingen’, de combibon en de daarbij behorende invulinstructie zal bovenstaande zo spoedig mogelijk worden verwerkt.