Sinds 2011 werden alle hazen die bij het Dutch Wildlife Health Centre op doodsoorzaak werden onderzocht, ook bij het Central Veterinary Institute (CVI) getest op aanwezigheid van de tularemie-bacterie. Dit was om de aanwezigheid van hazenpest binnen Nederland vast te stellen. Daarom kon het DWHC ook hazen die reeds een paar dagen dood en/of ingevroren waren, aannemen, bemonsteren en de monsters bij het CVI laten testen op de aanwezigheid van de bacterie Francisella tularensis. Dit onderzoek op hazenpest was mogelijk dankzij financiering vanuit het CVI. Dit is per 1 januari 2016 gewijzigd.
>> Lees verder …