In Nederland zijn ruim 27.000 jagers, verenigd in lokale jagersverenigingen en wildbeheereenheden (WBE’s), actief in het buitengebied met beheren, beschermen en benutten. De vrijwillige tijdsinzet die zij daarbij leveren is gelijk aan 13.000 FTE op jaarbasis. Als deze uren worden gekapitaliseerd en de uitgaven van jagers daarbij worden opgeteld, is er sprake van een economische bijdrage van bijna 604 miljoen euro. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Waarde van de jacht’.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau CLM in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV). Met dit onderzoek wil KNJV de waarde van de jager voor de Nederlandse maatschappij in beeld brengen: een aspect dat in de aanloop naar de nieuwe Wet Natuurbescherming een passende waardering verdient.
Daarnaast toont het onderzoek aan dat:
- Een individuele jager op jaarbasis gemiddeld 480 uur besteedt aan het voorkomen van schade aan landbouwgewassen;
- Jagers op jaarbasis ruim 350.000 uur investeren om het aantal aanrijdingen met groot wild te beperken, bijvoorbeeld door het plaatsen van wildreflectoren;
- De 300 lokale jagersverenigingen – WBE’s – jaarlijks elk gemiddeld 400 vierkante meter aan bos, akkerranden en houtwallen aanleggen;
- Elke WBE jaarlijks gemiddeld 500 uur besteedt aan tellingen van verschillende diersoorten;
- WBE’s gemiddeld 125 uur per jaar een Buitengewoon Opsporingsambtenaar in dienst hebben die toezicht houdt in het buitengebied.
KNJV-voorzitter Roelf de Boer: “In een periode waarin de overheid aandringt op meer participatie van burgers en verantwoordelijkheid leggen bij lokale partijen zijn de uitkomsten van dit onderzoek een belangrijk gegeven. In de aanloop naar de nieuwe Wet Natuurbescherming wordt te veel voorbij gegaan aan de waarde van de jacht en de jagers voor onze samenleving. Ik ben blij dat CLM die nu in kaart heeft gebracht. Jagers voelen zich verbonden met en verantwoordelijk voor hun omgeving en vormen veruit het grootste vrijwilligersnetwerk in het Nederlandse buitengebied. De nieuwe Wet Natuurbescherming zou jagers die erkenning moeten geven.”