De twee mannen die eind 2008 tien gefokte edelherten overbrachten naar Terschelling om ze daar in de natuur los te laten moeten een dwangsom 46.600 euro betalen aan het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dat heeft de Raad van State op 27 april bepaald.
Eerder had de rechter in Leeuwarden de mannen veroordeeld tot het betalen van dit bedrag. Zij gingen daartegen in hoger beroep.
Met het uitzetten van edelherten op Terschelling werd de Flora- en Faunawet overtreden. De mannen vonden dat ze in de gelegenheid gesteld hadden moeten worden om zelf de dieren te vangen. Toenmalige minister van LNV Verburg besloot echter dat dit beter van rijkswege geregeld kon worden. Er kon één hert worden gevangen. De overige 9 dieren werden afgeschoten. De kosten die daarbij gemaakt werden besloot Verburg voor een belangrijk op de twee mannen te verhalen.
Raad van State acht het redelijk dat de minister op deze manier gehandeld heeft. Er was haast geboden bij het vangen van de edelherten. Gelet op het risico van verwildering en nadat het vangen van de edelherten niet het gewenste resultaat opleverde, was het ook redelijk om de overige edelherten af te schieten. De keuze voor het afschieten van de edelherten wordt als proportioneel gezien in verhouding tot de aard van de overtreding. Dat de politie tijdens het verhoor aan één van de mannen heeft verzekerd dat de opgetekende verklaring geen financiële gevolgen voor hen zou hebben, kan niet als een toezegging van de minister worden gezien.
Bron: Raad van State