‘s-Graveland, 16 december 2013 – De achterban van Natuurmonumenten vindt het zien en beleven van wilde dieren erg belangrijk bij hun bezoek aan een natuurgebied. Dit is een van de belangrijkste uitkomsten van de achterbanraadpleging die Natuurmonumenten dit najaar hield.
Tevens geeft tweederde van de 40.000 deelnemers aan dat leefgebieden van herten en wilde zwijnen moeten worden vergroot. Ook het verbinden van gebieden staat hoog bij hen in het vaandel, 84 procent is voorstander. Dit is de reden dat Natuurmonumenten in grote delen van Nederland af wil van de zogenoemde nulstand: het beleid om herten en wilde zwijnen buiten de Veluwe direct af te schieten.
Wildreservaten
Uit de enquête blijkt dat de helft van de achterban tegen preventief afschot is van wilde dieren bij dreigend voedseltekort. Wel vindt een grote meerderheid van 67 procent dat dieren bij uitzichtloos lijden afgeschoten moeten worden. Natuurmonumenten wil daarom in enkele grote gebieden zoals Drents-Friese Wold en Veluwezoom, de natuur meer haar gang te laten gaan. In deze wildreservaten, groter dan 5000 hectare, wil de organisatie afschot tot een minimum beperken en de natuurlijkheid bevorderen. Dit wil de organisatie in samenwerking met buren. Gecombineerd met het afschaffen van het nulstandbeleid in grote delen van Nederland is de kans op het zien en ervaren van een wild dier groter. De aanwezigheid van edelherten in een gebied is namelijk voor veel mensen reden om vaker de natuur in te gaan.
Alternatieve maatregelen
Uit de achterbanraadpleging blijkt duidelijk dat meer ingezet moet worden op alternatieve maatregelen dan op het schieten van wilde dieren. Natuurmonumenten zet alles op alles om alternatieven in te zetten, met afschot als laatste optie. De organisatie sluit niet op voorhand uit dat we naast reactief afschot, gaan ingrijpen in de wildreservaten. Denk hierbij aan situaties waarin veel dieren uitzichtloos lijden of andere planten of dieren in het gedrang komen. Natuurmonumenten wil lerend beheren en zien welke ontwikkelingen zich voor doen.
Maatwerk bij botsende belangen
Natuurmonumenten wil hiernaast maatwerk leveren omdat de achterban het preventief afschieten van wilde dieren om schade aan gewassen en verkeersongelukken te voorkomen, niet steunt. Ruim de helft (57 procent) is tegen afschot bij overlast voor de landbouw. De respondenten zien liever dat landbouwpercelen uitgerasterd worden. Tweederde (68 procent) is tegen afschot vanwege de kans op aanrijdingen. Ook hier geniet het plaatsen van hekken langs de weg de voorkeur, evenals het verlagen van de maximumsnelheid naar 60 km/u. De rekening voor schade door wilde dieren moet volgens de achterban gedekt worden door een schadefonds. Zowel natuurbeheerders, jagers, overheid, boeren als recreatieondernemers zorgen voor een bijdrage aan dat fonds.
Dilemma’s
Natuurmonumenten, opgericht in 1905, is een organisatie die mensen wil betrekken bij natuurbescherming. Dit najaar riep de natuurorganisatie haar ruim 735.000 leden, 150.000 kinderen van OERRR en haar achterban op om zich uit te spreken over de omgang met herten en wilde zwijnen. De stijgende aantallen dieren botsen in de praktijk vaak met de belangen van mensen. In dit licht startte Natuurmonumenten de achterbanraadpleging, die 18 september van start ging met een enquête, zeven regionale debatten waar honderden mensen aan deelnamen en een dialoog met kinderen in het kader van OERRR. Ook op social media legde Natuurmonumenten stellingen voor aan haar ruim 50.000 volgers op Facebook. Een belangrijke conclusie van de stelling over rustgebieden voor dieren: 90 procent van de fans stelt het belang van rust voor wilde dieren in natuurgebieden boven het belang van toegankelijkheid voor mensen in die gebieden.
De resultaten staan online: www.natuurmonumenten.nl/
Begeleidende documenten