Waarschijnlijk vormen reeën de bron van het zeer agressieve BVD-2 virus op elf melkveebedrijven in de Duitse grensregio Kleve-Viersen. De symptomen komen deels overeen met die van door BVD-2 besmet rundvee. Deze mogelijke besmettingsbron is aangekaart door melkveehouder Paul Hackstein uit Wachtendonk.
Zijn bedrijf met honderd koeien was begin januari 2013 het eerste waar het BVD-2 virus werd geconstateerd met 28 dode dieren en tal van abortussen afgelopen winter tot gevolg.
Na het grasmaaien deze zomer vertelden jagers aan Hackstein dat ze opvallend veel zwakke en dode jonge reeën aantroffen in het natuurgebied dat grenst aan zijn bedrijf. Hackstein legde de link naar zijn dode kalveren. De reeën vertoeven niet alleen veel op de weilanden die Hackstein gebruikt voor zijn ruwvoerwinning, maar vreten in de wintermaanden ook regelmatig op zijn bedrijf aan de voerkuil. Opvallend is verder dat percelen van enkele andere getroffen door BVD-2 virus getroffen bedrijven ook aan dit natuurgebied grenzen.
De regionale diergezondheidsdienst sluit deze besmettingsbron niet uit. Ze roept jagers op om dode reeën voor onderzoek aan te bieden. Volgens deze dienst waart het BVD-2 virus al tientallen jaren in het gebied rond. Overigens is de animo hun veestapel tegen BVD te enten bij de veehouders in de regio’s Kleve en Viersen heel beperkt. Volgens de gezondheidsdienst neemt slechts een derde van de ruim zevenhonderd bedrijven deel aan het vrijwillig entprogramma.