21 september 2009 – kamerstuk over vangkooien
Kamerbrief waarin de minister meldt dat het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen, zoals vangkooien voor zwarte kraaien en kauwen, sinds 1 januari 2008 niet meer is toegelaten zonder ontheffing.
In antwoord op het verzoek van de Vaste Kamercommissie voor Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit van 9 september 2009 deel ik u het volgende mee. Het verbod op het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen bij het bemachtigen, vangen en doden van dieren is op 1 januari 2008 van kracht geworden. Tegelijkertijd hebben de Gedeputeerde Staten van de Provincies de bevoegdheid gekregen om ontheffing te verlenen van dit verbod. De ontheffingsmogelijkheden gelden in alle situaties waarin in gevolge de artikelen 65 tot en met 70 van de Flora- en faunawet beheer en schadebestrijding is toegestaan. Het gebruik van niet-selectieve vangmiddelen zoals vangkooien voor zwarte kraaien en kauwen is dus sinds 1 januari 2008 zonder ontheffing niet meer toegelaten. In het Besluit beheer en schadebestrijding dieren staan op dit moment nog bepalingen die vrijstellingen bevatten voor het gebruik van bepaalde nietselectieve vangmiddelen. Deze zijn in strijd met de gewijzigde wettelijke bepalingen en moeten worden aangepast. Het wijzigingsbesluit waarvan in mijn brief van 23 juni 2009 mededeling wordt gedaan, strekt daartoe. De strijdige bepalingen doen geen afbreuk aan de werking van het wettelijk verbod, omdat zij in lagere regelgeving staan. In de Faunabeheerplannen is in het kader van de ontheffingsmogelijkheden nog niets geregeld. Dat is echter niet noodzakelijk voor het verlenen van een ontheffing van het genoemde verbod. Wel geldt daardoor een uitgebreidere motiveringseis voor het besluit tot verlenen van ontheffing.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT.